Kalkkoker (tagan) van de Karo Batak op Sumatra, 19e-eeuws, gekocht bij de gerenommeerde galerie Pierre Nachbaur Tribal and Classical Art in Lissabon. Kalkkokers werden op Sumatra en ver daarbuiten gebruikt voor het betelnootkauwen. De kalk moest de bittere smaak neutraliseren van de betelnoot (een stimulant, zeer populair bij de Batak en tal van andere volkeren in de regio, van Bhutan tot Borneo tot Papua Nieuw Guinea). Het deksel is ingelegd met stukjes ijzer. Zie voor een vergelijkbare koker: Achim Sibeth, The Batak, Peoples of the Island of Sumatra (Thames and Hudson, 1991), pag. 155. Bijzonder bij deze koker is dat de schacht niet van bamboe is gemaakt, maar van (vermoedelijk) buffelhoorn. Hoogte: 10,5 cm Doorsnee: 9 cm. Wordt verzonden met track&trace.