Nr. 93972838

Adriaan D. de Groot (1914-2006) - Thought and Choice in Chess - 1978
Nr. 93972838

Adriaan D. de Groot (1914-2006) - Thought and Choice in Chess - 1978
A.D. de Groot - Gedachte en keuze in het schaken [Een analyse van het denken van schaakmeesters] -
Nummer 4 in de serie 'Psychological Studies' (Universiteit van Amsterdam) - Den Haag/Parijs/New York, Mouton Publishers, 1978 - 2e druk (oorspronkelijke druk in 1965) - XVI+463+1p.(pub.) - Hardcover: linnen band met reliëfillustratie op het voorplat, met witte bedrukte rug, met het originele stofomslag - 15,40x23,30cm - Zo goed als nieuw exemplaar: minimale gebruikssporen, tekstblok schoon.
* Adrianus Dingeman de Groot (1914-2006) was een Nederlandse psycholoog die van 1950 tot 1965 als hoogleraar toegepaste psychologie en van 1965 tot 1980 als hoogleraar grondslagen en methoden van de sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam werkte. In 1937 werd hij schaakkampioen van Amsterdam en in 1939 maakte hij deel uit van het schaakteam dat Nederland vertegenwoordigde op de Olympiade in Buenos Aires.
* Promotie op "Het denken van de schaker":
In 1946 promoveerde De Groot cum laude in de Wiskunde en Natuurkunde met zijn proefschrift ""Het denken van den schaker"". Dit werk, later in het Engels uitgegeven onder de titel "Thought and choice in chess", zou hem wereldfaam bezorgen, mede door de enthousiaste ontvangst van de latere Nobelprijswinnaar Herbert Simon, die speciaal hiervoor Nederlands leerde. De Groot promoveerde bij Prof. Dr. Géza Révész en werd daarnaast bijgestaan door Hollandse grootmeesters als Max Euwe, Hans Kmoch en Nicolaas Cortlever. Zijn proefschrift was geïnspireerd op het werk van de denkende psycholoog Otto Selz en onderzocht de denkprocessen die zich afspelen in het schaken, waaronder Max Euwe. Hij onderzocht het geheugen van schaakgrootmeesters en doorsnee clubschakers, waarbij hij alleen een schaakbord en schaakklok gebruikte. In een experiment zette hij een veelvoorkomende schaakstelling op het bord en liet beide spelers er vijf seconden naar kijken, waarna beiden de stelling moesten reconstrueren. Hij deed hetzelfde met een stelling waarbij de stukken willekeurig op het bord werden geplaatst. De grootmeesters reconstrueerden de schaakstelling veel beter, maar de willekeurige stelling met dezelfde foutenmarge als de clubschakers. Uit soortgelijke experimenten concludeerde De Groot dat de cognitieve vaardigheden van de grootmeesters vooral bestonden uit hun vermogen om schaakstellingen beter te begrijpen als een georganiseerd geheel dan als een verzameling van individuele schaakstukken. De Groots proefschrift zou de basis hebben gevormd van de zogenaamde cognitieve revolutie in de psychologie in de Verenigde Staten. (Bron: Wikipedia)
Verzending: goed verpakt/verzekerd.
Misschien vind je dit ook interessant
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Dit object was te vinden in
Zo koop je op Catawiki
1. Ontdek iets bijzonders
2. Plaats het hoogste bod
3. Veilig betalen