Λειψανοθήκη - Ξύλο, πίννα - 1850-1900 - Λειψανοθήκη σταυρός 14 σταθμών - 36,5 cm
Αρ. 85345605
Vet reservoir voor het smeren van wagenwielen uit Kasteel Borgitter - Κουβάς - Ξύλο
Αρ. 85345605
Vet reservoir voor het smeren van wagenwielen uit Kasteel Borgitter - Κουβάς - Ξύλο
Draagbaar vet reservoir voor het smeren van wagenwielen.
Aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw waren paardenrijtuigen de meest gebruikte vorm van transport. In dit houten reservoir werd vet gedaan waar men met een kwast indoopte om de wagenwielen van vet te voorzien. De wegen waren slecht, dus de assen hadden veel te lijden.
Deze is afkomstig uit Kasteel Borgitter in België, zie inzet rechtsboven op foto 1. Op foto 2 ziet u het kasteel zoals het er nu uitziet en op foto 3 hoe het er in 1825 uitzag.
Ik kreeg recent de kans om een aantal items van het kasteel te kopen bij een renovatie in het kasteel.
Dit is er een van.
Het Kasteel Borgitter, in de volksmond bekend als "Witte Kasteeltje", is een kasteel dat zich bevindt ten noordwesten van Kessenich, vlak bij de Nederlandse plaats Neeritter.
Borgitter ("burcht langs de Itterbeek") was een gehucht dat tegenwoordig deel is van Neeritter zelf. Oorspronkelijk was het een eigengoed binnen de rijksheerlijkheid Kessenich, waar ook een banmolen, de Borchmolen, lag.
Het kasteel werd voor het eerst vermeld in 1546, maar het oudste gedeelte, een vierkante hoektoren, stamt al uit 1510. Het huidige rechthoekige gebouw werd waarschijnlijk pas gebouwd in de tweede helft van de 18e eeuw.
Het kasteel werd gebouwd door Jan van Waes, drossaard van Horne en tweede echtgenoot van Elisabeth van Kessenich. Na 1700 waren telgen uit dit geslacht heer van Kessenich. Die konden nu dus hun intrek nemen in de heerlijke residentie, Den Berg. Rond die tijd begon echter het verval van deze burcht op te treden, op grond waarvan de heren van Waes in het Witte Kasteeltje gingen resideren. Dit was met zekerheid het geval vanaf 1726, toen de inboedel van de burchtkapel werd overgebracht naar de kapel aldaar.
De twee dochters van de laatste vrouwe werden verplicht hun goederen te verkopen. In 1804 werden ze opgekocht door Hendrik Jozef Michiels van Kessenich, advocaat te Roermond en lid van de Provinciale Staten van Limburg en de Raad van State. In 1822 werd hij door Koning Willem I in de adelstand verheven met de titel van baron bij eerstgeboorte. Zijn zoon, Jan Alexander Hubert, bracht verfraaiingen aan en zorgde ervoor dat het kasteel Belgisch grondgebied werd. Willem Jozef Hendrik Hubert was de laatste "Michiels van Kessenich" die op het kasteel woonde. In 1910 overleed Willem Jozef, en het kasteel kwam aan zijn zuster, die gehuwd was met Carel van Nispen tot Sevenaer. Alle landgoederen in Kessenich werden in 1922 verdeeld onder hun drie kinderen. Sindsdien woonden Margaretha en Lodewijk von Bönninghausen op het kasteel. In 1947 werd het kasteel verkocht aan een maatschappij, die het in 1950 verder verkocht aan de Conventuelen. Die wilden er eerst een internaat vestigen, maar zagen dat uiteindelijk niet meer zitten. In de jaren 1970 werd het kasteel gekocht door Peter Hubert Meuser uit Hochneukirch.
Dit kavel is voorzichtig schoongemaakt en wordt zorgvuldig verpakt, aangetekend en verzekerd verzonden (met Track & Trace code zodat u de zending kunt volgen). Ophalen in (Ridderkerk- Zuid Holland) kan ook. Ik heb lekkere handgemalen koffie.
Μπορεί επίσης να σας αρέσει
Αυτό το αντικείμενο παρουσιάστηκε στο
Πώς να πραγματοποιήσετε αγορές στην Catawiki
1. Ανακαλύψτε κάτι ιδιαίτερο
2. Υποβάλετε την κορυφαία προσφορά
3. Πληρώστε με ασφάλεια